Minister-president Schoof bracht gisteren, woensdag 19 maart, een uitgebreid bezoek aan Heerlen. Tijdens dit werkbezoek maakte hij op een informele manier kennis met de stad. Daarnaast was zijn doel zoveel mogelijk in contact te komen met inwoners en ondernemers, zodat hij een beeld kreeg van de kansen en uitdagingen van zowel Heerlen als de regio eromheen. De premier bezocht zowel het centrum van de stad als Heerlen-Noord.
Premier Schoof: “Wat mij vandaag enorm opviel was het positivisme. Dat aan alle kanten eigenlijk bij de mensen, of het nu gaat om bestuurders, om onderwijs, het bedrijfsleven of de inwoner, íedereen heeft zoiets van ‘we moeten er iets van maken!’. Niet meer dat enorme negatieve beeld wat toch heel lang dominant is geweest.”
Heerlen-Noord & het centrum
De premier bezocht eerst de Bovengrondse Vakschool in Heerlen-Noord, waar hij kennisnam van de generatielange aanpak van het Nationaal Programma Heerlen-Noord. Daarna liep hij door Vrieheide, om in gesprek te gaan met bewoners en woningcorporaties. Vervolgens beklom hij de Mijnsteenberg bij de Sibelco-groeve. ’s Middags was de premier in de binnenstad. De minister-president was in het verleden vaker in het centrum van Heerlen geweest en zag de verandering: “Als je nu door centrum loopt zie je dat het een hele andere uitstraling heeft dan voorheen, dat valt op.”
Via het Maankwartier, de Royal en SCHUNCK kwam minister-president Schoof lopend aan bij de RWTH in het centrum, waar hij in gesprek ging met studenten over de ontwikkeling van Heerlen. Ook sprak hij samen met burgemeester Roel Wever en diverse hoger onderwijspartners over ontwikkelingen in de zorg, de samenwerking tussen Mbo, Hbo en Wo en de negatieve gevolgen van de beoogde wetgeving over de internationalisering van het onderwijs.
Daadkrachtig te werk gaan
Burgemeester Roel Wever over het bezoek: “Ik ben er namens het hele college trots op dat minister-president Schoof Heerlen heeft bezocht. Het was een eerste bezoek aan Limburg en dus aan Heerlen. Het doet goed te zien dat hij onder de indruk was van de positieve sfeer en de vooruitgang in de stad. Het bezoek was eigenlijk tweeledig: stilstaan bij ingewikkelde zaken als armoede, wonen en het Zuyderland dossier, maar ook kansen benadrukken vanuit de ontwikkelingen bij de groeves, de vernieuwingen in de binnenstad, ondernemerschap en samenwerking met de onderwijsinstellingen. Volgens mij gaat hij terug naar Den Haag met het idee dat dit een regio is die zelf kansen oppakt en daadkrachtig te werk gaat. Maar dat het ook aan de nationale overheid is om de schouders er hier onder te zetten en te kijken naar de discrepantie tussen structurele opgaves en incidenteel geld.”